ontoloog

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontoloog    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·to·loog
Woordherkomst en -opbouw
  • met het voorvoegsel onto- en met het achtervoegsel -loog
enkelvoud meervoud
naamwoord ontoloog ontologen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deontoloogm

  1. (beroep) iemand die de ontologie beoefent
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'ontoloog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.