ontrust

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontrust    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɔntˈrʏst/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ont·rust
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van ontrusten: de stam zonder -t omdat de stam al op -t eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
ontrusten

ontrust

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van ontrusten
  2. gebiedende wijs van ontrusten
vervoeging van: ontrusten…
verbogen vorm: ontruste

ontrust

  1. voltooid deelwoord van ontrusten
     De dagen keerden licht van lust
    De nachten van belofte zwoel -
    Mijn hart, door 't blinde bloed ontrust
    Als in een doolhof op gevoel
    Tastte naar ongeweten doel…
    [1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'ontrust' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
48 %van de Nederlanders;
51 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    P.C. Boutens geciteerd door Gerrit Komrij
    “Trou Moet Blijken” (30 april 1998) op nrc.nl
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.