ontslapen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontslapen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ont·sla·pen
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van slapen met het voorvoegsel ont-, in de betekenis van ‘sterven’ aangetroffen vanaf 1637 [1] [2] [3]
  • [2] vervoeging van ontslapen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontslapen
ontsliep
ontslapen
klasse 7 volledig

Werkwoord

ontslapen

  1. onovergankelijk (formeel) (eufemisme) sterven
  2. voltooid deelwoord van ontslapen
Verwante begrippen
Vertalingen
   1. zie: sterven   

Gangbaarheid

  • Het woord ontslapen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
70 %van de Nederlanders;
68 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.