ontspannen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontspannen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɔntˈspɑnə(n)/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ɔntˈspɑnə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɔntˈspɑnə(n)/
Woordafbreking
  • ont·span·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontspannen
ontspande
ontspannen
zwak -d

gemengd

volledig

Werkwoord

ontspannen

  1. overgankelijk in een minder gespannen staat brengen
    • Hij genoot van het prachtige concert en dat ontspande hem behoorlijk. 
  2. wederkerend trachten de spanningen van de dag weg te laten vloeien
    • Probeer je wat te ontspannen, ga eens naar een concert! 

Werkwoord

vervoeging van: ontspannen…
geen verbogen vorm

ontspannen

  1. voltooid deelwoord van ontspannen
  2. bijwoordelijk gebruikt
    • Ze raakte helemaal ontspannen door de stilte in huis. 
  3. als naamwoordelijk deel van het gezegde gebruikt
     Pas na lange tijd was ik ontspannen genoeg om de fles te vullen.[1]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
stellend
onverbogen ontspannen
verbogen
partitief ontspannens

Bijvoeglijk naamwoord

ontspannen

  1. in een minder gespannen staat
    • Ik heb geen problemen met mijn ontspannen arm. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ontspannen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.