ontwellen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontwellen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ont·wel·len
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

ontwellen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontwellen
ontwelde
ontweld
zwak -d volledig
  1. ontspringen van een beek
  2. opwellen van tranen

Gangbaarheid

  • Het woord 'ontwellen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
56 %van de Nederlanders;
53 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.