ontwijken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontwijken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɔntˈwɛikə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ont·wij·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontwijken
ontweek
ontweken
klasse 1 volledig

Werkwoord

ontwijken

  1. ergatief ontsnappen uit een insluiting
    • Er is veel lucht uit de band ontweken. 
  2. overgankelijk trachten contact te vermijden
    • Hij had hem enige tijd weten te ontwijken, maar liep nu tegen de lamp. 
     Ik kon het niet langer uitstellen of ontwijken, deze nacht zou ik eraan moeten geloven.[1]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord ontwijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.