onverholen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onverholen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·ver·ho·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘niet verborgen’ voor het eerst aangetroffen in 1350 [1]
  • Afgeleid van verholen met het voorvoegsel on- [2]
stellend
onverbogen onverholen
verbogen
partitief onverholens

Bijvoeglijk naamwoord

onverholen [3]

  1. geen moeite nemend iets te verhelen, openlijk
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onverholen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
77 %van de Nederlanders;
66 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.