onverwoestbaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onverwoestbaar    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌɔɱvərˈwus(t)bar/ (4 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˌɔn.vərˈʋust.bar/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˌɔn.vərˈβ̞ust.bar/
Woordafbreking
  • on·ver·woest·baar
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van de stam van verwoesten met het voorvoegsel on- en met het achtervoegsel -baar.
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onverwoestbaaronverwoestbaarderonverwoestbaarst
verbogen onverwoestbareonverwoestbaardereonverwoestbaarste
partitief onverwoestbaarsonverwoestbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

onverwoestbaar

  1. niet stuk te krijgen, buitengewoon robuust
    • Het elftal liet een onverwoestbare indruk achter met die 5-1 overwinning. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onverwoestbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.