onweersprekelijk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: onweersprekelijk (hulp, bestand)
Woordafbreking
- on·weer·spre·ke·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van weerspreken met het voorvoegsel on- en met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onweersprekelijk | onweersprekelijker | onweersprekelijkst |
verbogen | onweersprekelijke | onweersprekelijkere | onweersprekelijkste |
partitief | onweersprekelijks | onweersprekelijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onweersprekelijk [1]
- hetgeen niet weersproken kan worden
Gangbaarheid
- Het woord onweersprekelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.