oorlog voeren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oorlog voeren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈorlɔx ˈvurə(n)/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • oor·log voe·ren [1]
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
oorlog voeren
voerde oorlog
oorlog gevoerd
zwak -d volledig

Werkwoord

oorlog voeren

  1. een gewapend conflict tussen staten uitvechten
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord oorlog voeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.