opbaren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opbaren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·ba·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opbaren
baarde op
opgebaard
zwak -d volledig

Werkwoord

opbaren

  1. overgankelijk een overledene klaarleggen voor het afscheidnemen door familie en anderen
    • Hij werd opgebaard in het uitvaartcentrum. 

Gangbaarheid

  • Het woord opbaren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.