opbieden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opbieden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·bie·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opbieden
bood op
opgeboden
klasse 2 volledig

Werkwoord

opbieden

  1. inergatief telkens een ander met een hoger bod overtreffen
    • Zij boden flink tegen elkaar op en de prijs werd daardoor almaar hoger. 

Gangbaarheid

  • Het woord opbieden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.