opblies

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opblies    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·blies

Werkwoord

vervoeging van
opblazen

opblies

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opblazen
    • ... dat ik opblies. 
    • ... dat jij opblies. 
    • ... dat hij, zij, het opblies. 
     Doordat de wind recht mijn kant opblies en het geluid van de donder steeds dichterbij kwam bleven mijn tranen stromen.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord opblies staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.