opbrassen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opbrassen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·bras·sen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

opbrassen [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opbrassen
braste op
opgebrast
zwak -t volledig
  1. iets snel opeten of opdrinken [3]
  2. (figuurlijk) snel een grote hoeveelheid geld opmaken
  3. (scheepvaart) de zeilen in een gunstiger positie plaatsen [4]
Synoniemen
Antoniemen
  • [3] afbrassen

Gangbaarheid

  • Het woord 'opbrassen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
52 %van de Nederlanders;
54 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.