opeenvolgen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opeenvolgen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·een·vol·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opeenvolgen
volgde opeen
opeengevolgd
zwak -d volledig

Werkwoord

opeenvolgen [1]

  1. na elkaar volgen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord opeenvolgen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.