opgelegd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opgelegd    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·ge·legd
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen opgelegd
verbogen opgelegde
partitief opgelegds

Bijvoeglijk naamwoord

opgelegd

  1. uitgesproken
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van: opleggen…
verbogen vorm: opgelegde

opgelegd

  1. voltooid deelwoord van opleggen

Gangbaarheid

  • Het woord opgelegd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.