opgezweept

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opgezweept    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·ge·zweept
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: opzwepen…
verbogen vorm: opgezweepte

opgezweept

  1. voltooid deelwoord van opzwepen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen opgezweeptopgezweepteropgezweeptst
verbogen opgezweepteopgezweeptereopgezweeptste
partitief opgezweeptsopgezweepters-

Bijvoeglijk naamwoord

opgezweept

  1. opgewonden, enthousiast, verhit, aangemoedigd
     Het door de aanhang opgezweepte FC Twente verdedigde compact en loerde op de fouten van het slordig en slap spelende Utrecht.[1]
     Het enthousiast opgezweepte publiek zag voormalig ADO Den Haag-speler Shaquille Pinas een halfuur voor tijd nog de binnenkant van de paal raken in het door scheidsrechter Serdar Gözübüyük geleidde duel.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord opgezweept staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Leon ten Voorde
    “Ook terugkeer fans brengt FC Twente niet over dode punt: verlies tegen FC Utrecht” (25-04-2021), Tubantia
  2. Weblink bron “Aron Winter wint met Suriname eerste duel als bondscoach” (22-09-2022), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.