oppassend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oppassend    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·pas·send
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: oppassen
verbogen vorm: oppassende

oppassend

  1. onvoltooid deelwoord van oppassen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen oppassendoppassenderoppassendst
verbogen oppassendeoppassendereoppassendste
partitief oppassendsoppassenders-

Bijvoeglijk naamwoord

oppassend

  1. zich welbewust volgens de regels van de samenleving gedragend
    • Wat wilde die moeder van 'm? Dat-ie een oppassend mens in de middenstand zou worden - Muziek, literatuur - daar kon je volgens haar niet van leven. [2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord oppassend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.