opstrijken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opstrijken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·strij·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opstrijken
streek op
opgestreken
klasse 1 volledig

Werkwoord

opstrijken [1]

  1. overgankelijk met een strijkijzer in de vereiste toestand brengen
  2. overgankelijk ontvangen, toucheren
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • opstrijker, opstrijking, opstrijkmes, opstrijkster
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opstrijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.