opzettelijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opzettelijk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·zet·te·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van opzet met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen opzettelijkopzettelijkeropzettelijkst
verbogen opzettelijkeopzettelijkereopzettelijkste
partitief opzettelijksopzettelijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

opzettelijk

  1. bewust op deze manier
    • De leraar maakte een opzettelijke fout op het bord om te kijken of de leerlingen nog wakker waren. 
    • Volgens de Twentse pastoor onderscheidt de christelijke gemeenschap op Sri Lanka zich door hun sterk verzoenende houding jegens andere religies. „Ze vormen slechts een kleine minderheid, - zo’n zeven procent van de bevolking- maar zijn zeer verdraagzaam. Zo heb ik het meegemaakt dat tijdens een misviering de buren van het boeddhistische gebedshuis opzettelijk lawaai begonnen te maken om het geluid van biddende christenen te overstemmen. Ik heb bewondering voor hun lankmoedigheid.” [1] 

Bijwoord

opzettelijk

  1. bewust op deze manier
    • Hij is opzettelijk niet naar zijn werk gegaan. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opzettelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.