opzoeken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opzoeken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·zoe·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opzoeken
zocht op
opgezocht
zwak -cht volledig

Werkwoord

opzoeken

  1. overgankelijk proberen te vinden
    • Kun je de vertaling van dit woord opzoeken? 
  2. iemand bezoeken
    • Ik zocht mijn zieke moeder op in het ziekenhuis. 
     ‘En?’ vroeg Jesus toen ik de groep weer opzocht.[1]
     Moest ik in dit open maanlandschap mijn tent opzetten of de veiligheid van de bomen opzoeken? Inmiddels vormden zich bij de bergpas donkere wolken die zich snel verder samenpakten.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord opzoeken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. 1 2
    Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.