ossenhoeders

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ossenhoeders    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɔsə(n)ˌhudərs/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • os·sen·hoe·ders
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

deossenhoedersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ossenhoeder
      Dus bijna van straffeloosheid verzekerd, misbruikt hij meestal de voordeelen van zijnen stand, en matigt zich de diepste verachting aan voor de „tschabawns” en „tscheredniks”, (schapen- en ossenhoeders) eerlijke en vreedzame lieden, welke hij beschouwt als tot een minder edel ras, dan het zijne, te behooren.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord ossenhoeders staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron De steppen van het zuidelijke Rusland. in: Vaderlandsche Letteroefeningen., jrg. 83 deel 2 nr. 13 (1843), G.S. Leeneman van der Kroe en J.W. IJntema, Amsterdam, p. 599 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.