overbezorgd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  overbezorgd    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • over·be·zorgd
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen overbezorgdoverbezorgderoverbezorgdst
verbogen overbezorgdeoverbezorgdereoverbezorgdste
partitief overbezorgdsoverbezorgders-

Bijvoeglijk naamwoord

overbezorgd [1]

  1. al te bezorgd, zodat zowel degene die zich zorgen maakt als degene waarover de zorgen gemaakt worden, er last van hebben
    • De overbezorgde moeder liet haar kinderen niets ondernemen zodat het ongezonde bleekneusje werden en ze zelf kalmeringstabletten nodig had. 
    • De overbezorgde Ned doet er al zijn hele leven alles aan om zijn dochter Stephanie te beschermen tegen foute mannen. [2] 

Gangbaarheid

  • Het woord overbezorgd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC André Waardenburg 20 december 2016
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.