overhaast

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  overhaast    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • over·haast
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
overhaasten

overhaast

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van overhaasten
  2. gebiedende wijs van overhaasten
vervoeging van: overhaasten…
verbogen vorm: overhaaste

overhaast

  1. voltooid deelwoord van overhaasten
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen overhaastoverhaaster(overhaastst) *
verbogen overhaasteoverhaastere(overhaastste) *
partitief overhaastsoverhaasters-

Bijvoeglijk naamwoord

overhaast

  1. met teveel haast, met teveel snelheid
    • Hij was zo overhaast dat hij zelfs zijn schooltas vergat mee te nemen. 
Opmerkingen
  • Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving "meest overhaast(e)" worden gebruikt. [1] [2]

Gangbaarheid

  • Het woord overhaast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2. Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.