pak beet

Uitspraak

• Geluid:  pak beet    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pak beet

Woordherkomst en -opbouw

• uit pak (werkwoord) en beet, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

pak beet

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beetpakken
   

   • Ik pak beet. 

2. gebiedende wijs van beetpakken
   

   • Pak beet! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beetpakken
   

   • Pak je beet? 

Gangbaarheid

• Het woord pak beet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.