pakt uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pakt uit    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpɑkt ˈœyt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • pakt uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitpakken

pakt (…) uit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpakken
    • Jij pakt uit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpakken
    • Hij pakt uit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitpakken
    • Pakt uit! 

Gangbaarheid

  • Het woord pakt uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.