pannenkoekenijs

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pannenkoekenijs    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pan·nen·koe·ken·ijs
enkelvoud meervoud
naamwoord pannenkoekenijs -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetpannenkoekenijso

  1. patroon van ronde ijsschotsen, als gevolg van het tegen elkaar botsen in open water
    • Door het afsmelten van het poolijs komt er meer pannenkoekenijs voor. 
Hyperoniemen

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.