paraat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  paraat    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pa·raat
Woordherkomst en -opbouw
  • Van Vroegnieuwnl. paraet. Verder afgeleid van het Latijnse volt. deelw. paratus (< parare). In de betekenis van ‘klaar’ voor het eerst aangetroffen in 1570. [1][2]
  • afgeleid van pareren met het achtervoegsel -aat
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen paraatparaterparaatst
verbogen parateparatereparaatste
partitief paraatsparaters-

Bijvoeglijk naamwoord

paraat

  1. gereedstaand om in actie te komen
    • De parate troepen kregen bevel aan te vallen. 

Gangbaarheid

  • Het woord paraat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.