pare
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pare (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pa·re
Woordherkomst en -opbouw
- paar met de uitgang -e
Bijvoeglijk naamwoord
pare
- verbogen vorm van de stellende trap van paar
Werkwoord
vervoeging van |
---|
paren |
pare
- aanvoegende wijs van paren
Gangbaarheid
- Het woord pare staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Catalaans
Zelfstandig naamwoord
pare m
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
parar |
pare
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van parar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van parar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van parar
vervoeging van |
---|
pararse |
pare
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van pararse
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van pararse
- gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van pararse
vervoeging van |
---|
parir |
pare
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.