parkour

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  parkour    (hulp, bestand)
  • IPA: /pɑrˈkuːr/ (2 lettergrepen)
Gelijkklinkende woorden
Woordafbreking
  • par·kour

Zelfstandig naamwoord

hetparkouro

  1. (sport) risicosport waarbij een traject met obstakels zo snel en vloeiend mogelijk moet worden afgelegd
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'parkour' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.