parse

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  parse    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • parse

Werkwoord

vervoeging van
parsen

parse

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van parsen
    • Ik parse. 
  2. gebiedende wijs van parsen
    • Parse! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van parsen
    • Parse je? 
  4. aanvoegende wijs van parsen

Gangbaarheid

  • Het woord parse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Engels

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈpɑːs/
vervoeging
onbepaalde wijs to  parse 
he/she/it  parses 
verleden tijd  parsed 
voltooid
deelwoord
 parsed 
onvoltooid
deelwoord
 parsing 
gebiedende wijs  parse 

Werkwoord

parse

  1. (taalkunde) (een zin) grammaticaal ontleden door de verschillende rededelen te onderscheiden en hun onderlinge verhoudingen aan te tonen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.