parsen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  parsen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpɑrsə(n)/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • par·sen
Woordherkomst en -opbouw
  • ww [A]: van Engels  parse ww 
  • ww [B]: verouderde uitspraak van "persen" [1]
  • zn: pars met uitgang -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
parsen
parsete
geparset
zwak -t volledig [A]

Werkwoord

[A] parsen

  1. overgankelijk (informatica) het automatisch syntactisch analyseren
Afgeleide begrippen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
parsen
parste
geparst
zwak -t volledig [B]

Werkwoord

[B] parsen

  1. (verouderd)  persen ww 

Zelfstandig naamwoord

deparsenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord par

Gangbaarheid

  • Het woord parsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
18 %van de Nederlanders;
20 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.