passieweken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: passieweken (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpɑsiˌwekə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- pas·sie·we·ken
Woordherkomst en -opbouw
- passieweek met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de passieweken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord passieweek
- ▸ Het is de start van de gelijknamige, steeds groeiende manifestatie rond de passieweken.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'passieweken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Henri Verwijmeren“Overleg over Passie-expositie in Oirschot” (1 februari 2013) op ed.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.