passten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  passten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pass·ten

Werkwoord

vervoeging van
passen

passten

  1. meervoud verleden tijd van passen
    • Wij passten. 
    • Jullie passten. 
    • Zij passten. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord passten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.