past op

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  past op    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpɑst ˈɔp/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • past op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
oppassen

past (…) op

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppassen
    • Jij past op. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppassen
    • Hij past op. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van oppassen
    • Past op! 

Gangbaarheid

  • Het woord past op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.