pausen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pausen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pau·sen

Zelfstandig naamwoord

depausenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord paus

Gangbaarheid

  • Het woord pausen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
pausar

pausen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van pausar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van pausar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.