peggen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  [A] peggen    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˈpɛɣə(n)/ (2 lettergrepen)
  • Geluid:  [B] peggen    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˈpɛɡə(n)/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • peg·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • [A] ww afgeleid van  peg zn  met het achtervoegsel -en [1]
  • [A] zn  peg zn  met de uitgang -en
  • [B] van Engels  peg ww 
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
peggen
pegde
gepegd
zwak -d volledig

Werkwoord

[A] peggen

  1. overgankelijk vastzetten door middel van een peg die een opening opvult
Afgeleide begrippen
  • pegboard

Zelfstandig naamwoord

de[A] pegmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord peg
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
peggen
pegde
gepegd
zwak -d volledig

Werkwoord

[B] peggen

  1. overgankelijk (seksualiteit) penetreren van de anus met een voorbinddildo, een vastgebonden dildo of vibrator (door een vrouw bij een sekspartner)

Gangbaarheid

  • Het woord peggen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
19 %van de Nederlanders;
24 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.