pijnigt af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pijnigt af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pijĀ·nigt af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afpijnigen

pijnigt (...) af

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpijnigen
    • Jij pijnigt af. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpijnigen
    • Hij pijnigt af. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afpijnigen
    • Pijnigt af! 

Gangbaarheid

  • Het woord pijnigt af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.