plaggen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: plaggen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- plag·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
plaggen |
plagde |
geplagd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
- (landbouw) overgankelijk plaggen afsteken
Hyponiemen
- afplaggen, omplaggen
Afgeleide begrippen
- plaggenhut, plaggenmaaier, plaggensnijder, plaggensteker, plaggenveld, plaggenzicht
Zelfstandig naamwoord
de plaggen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord plag
de plaggen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord plagge
Gangbaarheid
- Het woord plaggen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "plaggen" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
39 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.