planloos

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  planloos    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • plan·loos
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van plan met het achtervoegsel -loos
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen planloosplanlozerplanloost
verbogen planlozeplanlozereplanlooste
partitief planloosplanlozers-

Bijvoeglijk naamwoord

planloos

  1. zonder plannen
    • Hij ging op de bonnefooi en volkomen planloos op vakantie. 

Gangbaarheid

  • Het woord planloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.