plantons

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  plantons    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • plan·tons

Zelfstandig naamwoord

deplantonsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord planton


Frans

Werkwoord

vervoeging van
planter

plantons

  1. eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van planter
  2. eerste persoon meervoud gebiedende wijs (impératif présent) van planter
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.