planton

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  planton    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • plan·ton
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Franse 'planton' (jonge loot) [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord planton plantons
verkleinwoord plantonnetje plantonnetjes

Zelfstandig naamwoord

deplantonv/m

  1. (militair) ordonnans
Afgeleide begrippen
  • plantonwacht

Gangbaarheid

  • Het woord 'planton' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
27 %van de Nederlanders;
42 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.