pleine

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /plÉ›n/

Bijvoeglijk naamwoord

pleine

  1. vrouwelijk enkelvoud van plein
  2. (dierkunde) op het punt staande de eieren te leggen, drachtig
  3. (pejoratief) zwanger (indien verwijzend naar mensen)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.