pluizig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pluizig    (hulp, bestand)
  • IPA: /'plʌʏ.zəx/
Woordafbreking
  • plui·zig
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van pluis met het achtervoegsel -ig.
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen pluizigpluizigerpluizigst
verbogen pluizigepluizigerepluizigste
partitief pluizigspluizigers-

Bijvoeglijk naamwoord

pluizig

  1. vol met pluizen
    • De zaden van de paardenbloem vormen een pluizige bol. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord pluizig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.