plusdochters

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  plusdochters    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈplʏzdɔxtərs / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • plus·doch·ters
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de plusdochters mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord plusdochter
    ▸ Een handtas heb je voor het leven. Mijn Marc Jacobs is een tijdloze, zwarte lederen handtas. Ze heeft me 1.500 euro gekost. Later zal ik ze met veel trots doorgeven aan mijn plusdochters.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'plusdochters' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. ↑ Weblink bron
    Kim De Craene
    “'Het is niet omdat iets dicht kan, dat je er ook in past'” (6 september 2017) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.