pneumatologen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pneumatologen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌpnømatoˈloɣə(n)/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • pneu·ma·to·lo·gen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

depneumatologenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord pneumatoloog
     Een van de hedendaagse orthodoxe pneumatologen die ver buiten de eigen kring de aandacht hebben getrokken, is John D. Zizioulas, de bisschop van Pergamon (Griekenland).[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'pneumatologen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron Gearchiveerde versie
    Lodewijk Napoleon
    “Theosis ofwel deïficatie” (15 augustus 2008) op credible.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.