pointeren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pointeren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • poin·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
pointeren
pointeerde
gepointeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

pointeren overgankelijk [1]

  1. aantekenen
  2. (het geschut) richten
  3. (spel) zetten op een kaart
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord pointeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
55 %van de Nederlanders;
76 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.