polshoogspringen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  polshoogspringen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pols·hoog·sprin·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
polshoogspringen


onvolledig

Werkwoord

polshoogspringen

  1. (sport) het met een lange stok springen over een hooggelegen lat springen
    • Twee atleten waren aan het polshoogspringen om te oefenen voor de wedstrijd. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'polshoogspringen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.