potdicht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  potdicht    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pot·dicht
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen potdicht
verbogen potdichte
partitief potdichts

Bijvoeglijk naamwoord

potdicht

  1. volledig dicht, bijzonder dicht
    • Door de potdichte mist werd de lange rit een ware lijdensweg. 
     De eerste twee dagen bleef ik in bed met de gordijnen potdicht en kwam er alleen uit om te eten.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord potdicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.