pranzo

Italiaans

Uitspraak
  • IPA: /ˈprandzɔ/
Woordafbreking
  • pran·zo
Woordherkomst en -opbouw
  • Van het Latijnse prandium.
enkelvoud meervoud
pranzo pranzi

Zelfstandig naamwoord

pranzo m

  1. middagmaal
  2. maaltijd
  3. (in uitdrukkingen) middag
Synoniemen
  • [1] seconda colazione, (Toscane) desinare
Afgeleide begrippen
  • pranzetto
  • dopopranzo, postprandiale, pranzare

Werkwoord

pranzo

  1. eerste persoon enkelvoud indicativo presente van pranzare
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.